Aanduiding vergane schepen Flevoland

 

 

Levend op de bodem van de voormalige Zuiderzee en tevens het grootste scheepskerkhof op land ter wereld, weet je nooit of de stappen die je zet je voeren over de laatste rustplaats van een schip dat al eeuwen geleden is gezonken. Van 450 lokaties is inmiddels bekend dat er een schip in de grond ligt, dat is vergaan op de verraderlijke Zuiderzee. Die plaatsen zijn gemarkeerd met een blauw witte paal met daarop de beeltenis van een rood schip. Minstens honderd gezonken schepen, waarvan men nu nog geen weet heeft, denkt men in de toekomst nog te lokaliseren.

Scheepsopgraving RevebosAfgelopen zaterdag was er een open dag bij een door de IFMAF* blootgelegd scheepswrak in het Revebos bij Dronten. Of althans, het achtersteven is opgegraven van een groot schip dat waarschijnlijk in de 18e eeuw voor de kust van Kampen is vergaan.

Scheepsopgraving Revebos

 

 

Ruim 27 meter lang is het. Dit houten gereedschap stond ongeveer ter hoogte van de voorplecht en achteraan, waar één van de universiteitsmedewerkers een krat versjouwt, daarachter ligt het gat van het blootgelegde achtersteven.

 

 

 

Scheepsopgraving RevebosExtreem groot en zwaar voor een schip dat voer op de ondiepe Zuiderzee. Meestal worden hier alleen resten gevonden van kleine handels- of visserschepen. Herkomst en type van het schip zijn nog niet bekend. Men denkt aan een Fluitschip. De bovenrand van het achtersteven is beschadigd, mogelijk door grondwerkzaamheden tijdens of na de drooglegging van de Flevopolder. Het ligt dan ook maar op een kleine dertig centimeter onder het bodemoppervlak.

Eerder uitgevoerd jaarringenonderzoek heeft uitgewezen dat het schip rond 1740 is gebouwd met  in midden Duitsland gekapt hout.

opgraving_07

 

 

Opmerkelijk zijn de etensresten die zijn aangetroffen in het schip. Druivenpitten en schillen van noten als walnoten en amandelen bleven achter in de fijne grondzeef van de archeologen. Opmerkelijk, want met name amandelen waren in de achttiende eeuw niet verkrijgbaar in Nederland. Dit duidt erop dat het schip waarschijnlijk op de Middellandse Zee is geweest en daar voedsel heeft ingeslagen. Resten van de inventaris of andere bruikbare objecten zijn in het schip nauwelijks aangetroffen. Op de plek waar het is aangetroffen lag vroeger een zandbank in de Zuiderzee, dus het schip is nadat het zonk niet geheel onder water geraakt.  Het ligt voor de hand dat Kamper jutters, voor wier kust het schip is blijven liggen, de bruikbare objecten in de loop der tijd van boord hebben gehaald.

Het achtersteven is in kaart gebracht en getekend. Volgende week dicht men het gat en dan wordt het schip voorlopig weer met rust gelaten. Misschien graaft men volgend jaar het middenstuk uit. Misschien, want de resultaten van het onderzoek naar de conditie van het hout zouden ook kunnen leiden tot de beslissing om het verder maar helemaal met rust te laten. Hoe meer zuurstof er bij het vermolmde hout komt, hoe sneller het wegrot. Wat dan rest is het plaatsen van een plaquette of een bord bij de vindplaats. Met informatie over het schip, dat hier in de bodem ligt en waarover in de komende tijd vast en zeker steeds meer gegevens boven water zullen komen.

 

*IFMAF staat voor International Fieldschool for Maritime Archaeology Flevoland en is een samenwerkingsverband tussen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Nieuw Land Erfgoedcentrum, Gemeente Lelystad en de Rijksuniversiteit van Groningen. De IFMAF laat studenten kennismaken met de praktijk van scheepsarcheologie op het land.

Bij de RCE in Lelystad wordt een groot deel van de scheepsarcheologische vondsten beheerd in het Nationaal Depot voor Scheepsarcheologie. Bij de fusie van de Bataviawerf, RCE en Nieuw Land, gepland in 2017, zal dit depot worden ondergebracht bij Nieuw Land, waar inmiddels ook de IJssel Kogge ligt, die eerder dit jaar uit de IJssel bij Kampen is gehaald en één keer per maand tijdens een rondleiding is te bezichtigen.